Internet, Google en de krijstherapie!

Emmie stond net aan de afwas toen Jakob binnenkwam en zijn aktekoffertje op de bank slingerde.

“Lange dag?”

Jakob zuchtte. “Het was één grote chaos op het werk, en na het eten moet ik direct weer weg.”

“Wat zeg je me nou?” Emmie bevroor. “Jij zou vanavond thuis zijn om op Bertrand te passen. Je weet toch dat ik vanavond naar Trudy moet. Daar kan ik echt niet onderuit.”

Ze keek Jakob fel aan en vervolgde, “Bertrand is ook jouw zoon, hoor.”

“Ja…eh…weet ik,” stamelde Jakob. “Maar de baas…”
“Niks baas,” onderbrak Emmie hem. “Afspraak is afspraak. Wat moet die baas van je?”

Jakob werkte sinds een paar maanden bij Swivel en Botweb, een jong en dynamisch Internetbedrijf, maar volgens Jakob was de concurrentie moordend en moesten ze alle zeilen bijzetten om boven water te blijven, en als de baas iets wilde kon je er moeilijk onderuit komen. Maar Emmie had een belangrijke afspraak en baby Bertrand van zes maanden had goede oppas nodig.

“Moet je overwerken?”

“Nee…Een lezing van Professor De Wieckslagh. Over zoekmachines en het internet.”

“Een lezing over zoekmachines? En daarvoor moet ik thuis blijven?” Emmie schudde haar hoofd.

“Ja maar…eh, Suikerbuikje,” probeerde Jakob nog. “Luister nou. De baas zegt dat het belangrijk is dat we er bij zijn. De Wieckslagh is een autoriteit op het gebied van zoekmachines, dus ik moet er echt heen.”

“Niks Suikerbuikje. Je kunt me wat. Ik weet goed gemaakt. Jij neemt Bertrand maar mooi mee in de draagdoek.”

“De draagdoek?” Jakob versteende. “Maar hoe kan ik nou opletten als ik Bertrand meedraag. Bovendien zitten daar waarschijnlijk alleen maar mannen!”

“Goed zo.” Emmie zuchtte diep. “Misschien kunnen ze nog wat van je leren.”

Jakob zag de bui al hangen en plots begon Bertrand vrolijk te kraaien in zijn wiegje. Door alle commotie was het kereltje wakker geworden.

“Mooi,”zei Emmie. “Die is ook wakker.” Ze streelde Bertrand over zijn bol. “Bertrand, lieverd, jij mag vanavond naar professor Klapwieck. Kun je wat van leren. ”

Ze pakte Bertrand op en terwijl ze zijn luier begon te verschonen vroeg ze: ”Wanneer ben je daar klaar?”

“Eh…een uur of tien…”

“Goed. Dan sta ik daar om tien uur voor de deur en haal ik jullie weer op.”

***

De lezing was al begonnen toen Jakob en Bertrand het bedompte zaaltje in kwamen en een plaatsje opzochten. Bertrand lag veilig weggestopt in de draagdoek en maakte zachte, kirrende geluidjes, terwijl Jakob zenuwachtig om zich heen keek. Iedereen luisterde geboeid naar een lange, slungelige man op het podium. Dat was Professor DeWieckslagh natuurlijk. Hij had een korte baard en een zwart brilletje en terwijl hij driftig op een afstandsbediening drukte en uitleg gaf bij een PowerPoint presentatie, schudden zijn krullen wild in het rond. Jakob moest onwillekeurig denken aan de langharige poedel van Oom Kees.

Zoals ik dus zei was het Project Xanadu in 1960 opgezet. De term ‘hypertext’ werd in 1963 uitgevonden en de zoekmachine–

Bertrand liet een boertje.

“Ssssssh,” zei iemand bestraffend op fluisterende toon. “Het is heel interessant.”

Jakob haalde Bertrand uit zijn draagdoek en klopte hem zachtjes op zijn rug. Maar dat vond Bertrand geen goed idee en hij begon meteen te schreien.

“Stil maar jochie. Stil maar.”

Jakob kreunde en schaamde zich dood. Hij probeerde zich te concentreren op de lezing.

Zoals u ziet op de volgende slide is dit een webcrawler. Een bot dat het Internet systematisch doorzoekt. Dat alles om het web te indexeren…

De mensen begonnen zich ondertussen behoorlijk te storen aan het onbeleefde gedrag van Bertrand en sommigen maakten hun ongenoegen kenbaar door zachtjes te mopperen.

“Wie brengt er nou een kind naar een lezing met Professor DeWieckslagh.”

“Heeft die vent geen flesje bij zich om die rakker stil te krijgen?”

Een flesje? Dat had Emmie voor hem in de babytas gedaan. Met onhandige bewegingen doorzocht Jakob de kleurige tas.

Daar!

Hij rukte het flesje eruit en perste het zonder pardon in het bibberende mondje van Bertrand.

Dat was geen goed idee. Bertrand begon luidkeels te brullen.

Jakob keek angstig om zich heen. Alle ogen waren op hem gericht. Zelfs DeWieckslagh klikte niet langer op zijn afstandsbediening en keek met verontruste blik de zaal in. Iedereen begon zich ermee te bemoeien.

“Hij heeft darmkrampjes.”

“Geef dat kind de borst.”
“Haal die baby weg!”

DeWieckslagh probeerde nog wanhopig om de aandacht weer terug te winnen. Hij schreeuwde boven alle commotie uit.

“Bandbreedte en opslag zijn vandaag de dag geen probleem meer. We zitten nu midden in de Cloud, en….”

Zijn stem sloeg over en hij liep rood aan.

“Internet, opslag van online gegevens en zoekmachines zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij…

Maar niemand luisterde. Het was één grote chaos.

Bertrand was helemaal buiten zichzelf en Jakob ging dezelfde kant op. Emmie kwam pas om tien uur en hij kon toch niet op straat gaan staan met Bertrand. Wat moest hij doen?

“Help!” schreeuwde hij wanhopig boven het gekrijs van Bertrand uit. “Wat moet ik doen? Mijn vrouw zorgt altijd voor de baby. Ik ben altijd aan het werk en weet eigenlijk niets!”

“Wij ook niet,” schreeuwde iemand terug.

“Het internet. Het internet,” riep iemand anders. “Wat zegt Google?”

Opeens verscheen er een sluwe glimlach op het gezicht van Professor DeWieckslagh. Hij greep zijn Wacom schrijfpen en direct verscheen zijn tekst op het grote computerscherm.

Iedereen gebruikt Google. Maar de echte geheimen en de ongekende mogelijkheden van de zoekmachines, zijn de doorsnee gebruiker volledig onbekend. Om die uit te leggen gebruiken we een brullende baby. Wat te doen bij een krijsende baby?

Een doorsnee gebruiker typt “krijsende baby” in op Google. Maar wij niet…Er is een veel betere manier…

Ondanks het feit dat Bertrand nog steeds luidkeels brulde richtte iedereen de aandacht weer op het scherm. Professor DeWieckslagh bleek inderdaad een autoriteit, want in een mum van tijd toverde hij via het Internet een perfecte oplossing op het scherm en keerde de rust terug. Bertrand viel heerlijk in slaap in zijn draagdoek en zelfs Jakob durfde zich uiteindelijk te ontspannen. Toen werd ook hij ingewijd in de diepere geheimen van het Internet.

***

“Heb je nog wat geleerd?” schamperde Emmie toen ze om vijf over tien bij het gebouwtje van de lezing kwam voorrijden. “En Bertrand? Heeft die Gompert zich een beetje gedragen?”

Jakob glimlachte zelfvoldaan. “Beter dan je zou denken.” Hij stopte even om zijn woorden meer effect te geven. “Bertrand was zo’n succes dat hij en ik zijn ingehuurd door Professor DeWieckslagh. De komende maand gaan we drie avonden per week met hem het land door voor een speciale lezing.”
Emmie keek hem niet-begrijpend aan.

“Een speciale lezing? Waar heb je het over?”
“Ja,” lachte Jakob opgewonden. “Hij noemde Bertrand de ‘De Missing Link’ in zijn lezingen over de zoekmachine… Wij beginnen morgenavond. Zijn lezing heet: “Internet, Google en de krijstherapie!”